Het zou je kind maar zijn
Geschreven door Eveline Verburg
Leestijd: minuten
“D
e Lindenhorst is in het nieuws. En ik denk dat het over Jasper* gaat.” Vijf seconden na het einde van het radiobericht over de misstanden in de gesloten jeugdzorginstelling app ik dit aan zijn moeder.
Sinds het eerste raadsonderzoek spreken we elkaar regelmatig. Jaspers naam is niet genoemd, maar wij weten genoeg. “Ik vraag me altijd af wat de meerwaarde van dit soort berichten is, als er maar één kant van het verhaal wordt verteld”, zegt zijn moeder. En ik ben het met haar eens. Want achter de schreeuwende krantenkoppen en sprekende clickbait zit een kind. Een gezin. En een sector die voor een onmogelijke opdracht staat.
Het verhaal van Jasper is niet ‘dat kind met dat mes’. Het verhaal van Jasper is dat van een jarenlange zoektocht naar de juiste hulp. En van de pijn die het doet en de consequenties die het heeft als die hulp er na al die jaren nog steeds niet is.
Jaspers verhaal is er eentje van een kind dat al sinds zijn zesde zware medicatie slikt. Voor een diagnose die in het recente onderzoek niet meer wordt gesteld. Een zachtaardig kind dat snel volledig overprikkeld raakt. En dan herrie in zijn hoofd krijgt en gekke dingen doet. Een kind dat wel wil, maar het niet kan. Dat vervolgens boos is op zijn eigen hoofd omdat het niet doet wat hij zo graag zou willen. Een kind dat houdt van dansen en dat prachtig kan tekenen. Een kind dat kan genieten van een dagje Efteling met zijn broertje en zusje.
Achter deze krantenkop zit een kind met een verhaal. Een verhaal van de handen in het haar en de rug tegen de muur. Van allemaal mensen die wel willen, maar niet (genoeg) kunnen. Het verhaal van Jasper is er een van het kind van de rekening.
Voor Jasper was de gesloten jeugdhulp niet de oplossing. Dat is het nooit. Maar het was wel de enige plek waar hij nog terecht kon nadat alle andere hulp niet meer genoeg was. Niet genoeg om hem te helpen, hem veilig te houden en tegelijkertijd de maatschappij te beschermen. En geloof me dat de ouders van Jasper er jarenlang alles aan hebben gedaan om de stap naar gesloten jeugdhulp te voorkomen. Maar dat is niet gelukt.
Niet omdat zijn ouders niet in staat zijn tot een stabiele, warme en pedagogisch sterke opvoeding. Niet omdat zij niet om hulp hebben gevraagd, of omdat Jasper niet geholpen wilde worden. Niet omdat de hulpverleners er geen zin in hadden, niet durfden of niet wilden helpen. Maar omdat Jasper zoveel meer nodig heeft dan wat zijn ouders en alle hulp die hij tot nu toe heeft gehad, hem konden bieden. Meer dan een wijkteam kan, een coach of een ambulant behandelaar. Meer dan de dagbehandeling waarbij hij ’s avonds in zijn eigen bed kon slapen. Of de open groep waar hij zo ontzettend graag wilde blijven omdat hij zich daar zo thuis voelde.
Jasper had specialistische zorg nodig. Hulp op het snijvlak van gedragsproblemen en psychiatrie. Met expertise, een stevig behandelteam, lange tijd dezelfde gezichten en veel tijd en aandacht voor Jasper. En laat dat nou net de hulp zijn die we de afgelopen jaren in Nederland hebben kapotbezuinigd.
Radio en andere media refereren keer op keer aan het artikel van het AD. Er is veel mis in de Lindenhorst, een instelling voor gesloten jeugdhulp in Zeist. Zo worden er jongeren in een nekklem gehouden en gaat er iemand met een groot rambomes op verlof. De staatssecretaris wordt om een reactie gevraagd, en daarna gaat de media weer over tot de orde van de dag. Maar de wereld van Jasper en zijn ouders staat even stil. Net als die van alle jongeren en ouders voor wie de gesloten jeugdhulp een onderdeel van hun leven is of is geweest.
Het artikel van het AD zelf is genuanceerder. Er zijn meerdere mensen gesproken, zowel jongeren als jeugdzorgwerkers. De instelling heeft haar deuren geopend voor het AD en is met de journalist in gesprek gegaan over de signalen. Maar dat artikel zit achter een paywall. En de twee zinnen uit het stuk die uiteindelijk het nieuws halen, doen geen recht aan het verhaal van Jasper en dat van alle andere jongeren voor wie de gesloten jeugdhulp de realiteit is. Of aan dat van een jeugdzorginstelling, die voor een onmogelijke opdracht staat.
We doen er met z’n allen alles aan om gesloten jeugdhulp zoveel mogelijk te voorkomen. En dat moet ook. Maar dat betekent wel dat de jongeren die wél op plekken zoals de Lindenhorst terecht komen, jongeren zijn met een hele specifieke, uitdagende zorgvraag. En ja, dat zijn jongeren die messen bij zich dragen omdat ze zich willen bewapenen tegen hun angsten. Dat zijn jongeren die ‘uit hun raampje gaan’ als er niet de aandacht, tijd en expertise is om op tijd te signaleren hoe ze zich voelen en wat ze dan NU nodig hebben. Of jongeren die zich in een vreemde kamer, met onbekende mensen om zich heen, nog meer alleen en onbegrepen voelen dan ze al deden. En dan soms denken dat ze er maar beter niet meer kunnen zijn.
Het grootste deel van Nederland heeft geen idee (en gelukkig maar voor hen) dat dit voor sommige gezinnen en jeugdzorgwerkers de realiteit is. De realiteit dat sommige jongeren zulk heftig gedrag laten zien, dat het thuis of op een open groep te onveilig wordt. Dat er geen andere oplossing meer is dan de gesloten jeugdhulp, omdat er geen passende hulp is.
Maar dat ook de gesloten jeugdhulp eigenlijk geen passende hulp is, omdat daar zoveel jongeren zitten met heftig gedrag dat het ook daar onveilig is. En dat de hulp er helaas vaak tekort schiet door te weinig personeel, te veel wisselingen en wachtlijsten voor diagnostiek en behandeling.
De gesloten jeugdhulp was niet de oplossing voor Jasper. Dat is het nooit. Het is soms slechts de tegenvallende uitslag van een oneerlijke wedstrijd. En de gesloten jeugdhulp de schuld geven van de problematiek die daar naar voren komt, is de keeper de schuld geven van een bal doorlaten als de verdediging ontbreekt.
Je zou willen dat het team op elkaar is ingespeeld en de bal naadloos aan elkaar overspeelt, zo ver mogelijk bij de keeper vandaan. Dat de keeper fit is en klaarstaat als de bal uiteindelijk toch zijn kant op komt. Je zou willen dat er een coach is die zorgt voor samenhang, teamspirit en een visie. Dat er voldoende reservespelers op de bank zitten, klaar om in te springen. Voor Jasper zou je willen dat het een eerlijke wedstrijd is. Maar dat is het niet.
Op dit moment zit Jasper in de jeugdgevangenis. De Lindenhorst was een aantal maanden geleden de enige mogelijkheid om dat scenario te voorkomen. Maar in de Lindenhorst ging het niet meer. Vandaag de dag is de jeugdgevangenis voor Jasper de minst slechte plek, en dat kan toch onmogelijk de bedoeling zijn.
Jasper wacht daar, achter die hoge muren, op zijn behandeling. Hij zit voornamelijk op zijn kamer, omdat het op de groep niet gaat. De groepsleiding goochelt met de schema’s, om hem zoveel tijd en aandacht te geven als ze maar kunnen. Jasper tekent, luistert muziek en zijn ouders komen drie keer per week langs. Maar wachten duurt lang. En dat wachten moet ergens gebeuren. In Jaspers realiteit is dat binnen de muren van een jeugdgevangenis. Want de jeugdzorg is uitgespeeld.
Er wordt gepraat over hervormen, transformeren en herzien. Over bewegen naar nul en doelstellingen voor 2025. Dat gesprek aangaan is belangrijk. En dat dit debat de laatste maanden een vlucht heeft genomen is zo ontzettend nodig. Want het moet echt anders. Ik ken niemand die het daar niet mee eens is. Maar Jasper heeft daar helemaal niks aan. Want als je hele dagen op een kamertje zit te wachten tot het beter wordt, duurt 2025 veel te lang.
*Ook ik houd rekening met zijn privacy en gebruik in dit stuk niet zijn echte naam. Daarnaast is dit stuk geschreven en gepubliceerd met medeweten en toestemming van Jasper en zijn ouders.
Deel dit artikel: