De straten zijn heet

Forensisch

Als ik de straat over steek, zwaait hij naar me. Hij heeft me al lang zien aankomen, hij scant namelijk constant de omgeving. Mij tegemoet lopen durft hij niet. Liever blijft hij in het nisje naast de ingang van het gebouw staan. Vanuit daar kan hij alles overzien, maar ziet niemand hém.

We hebben afgesproken op het kantoor van zijn behandelaar. De enige plek in de omgeving waar hij langer durft te zijn. De enige ‘lauwe’ plek in de wijde omtrek, zoals hij dat noemt. Koud is het nergens, heet overal. Met een noodvaart is hij hier naartoe gereden vandaag.

“De straten zijn heet”, scandeert ieder zichzelf respecterend rapper in de nieuwste tracks. Dat klinkt dan als iets tofs. Maar hij heeft z’n vingers gebrand aan diezelfde hete straten. En nu het juiste doen en blijven doen, dat is een opgave.

Voorzichtig verkennen zijn vingers daarom nog regelmatig het terrein dat hij zo lang zo goed kende en dat hem ook periodes veel heeft gebracht. In het begin voelt het steeds zo goed, maar in the end maakt het teveel kapot, dat weet hij wel. Want naast aanlokkelijk zijn de straten tegelijkertijd ook doodeng. Onvoorspelbaar, ondoorgrondelijk en genadeloos. Hij heeft ‘geleefd als een koning’, zo zegt hij zelf. Maar het heeft hem ook meer dan eens gebroken. En dat is precies wat het zo ingewikkeld maakt.

Een worsteling is het momenteel voor hem en dat is te merken. Zenuwachtig groet hij me, terwijl hij schichtig om zich heen blijft kijken en me tussendoor af en toe gauw even onzeker aankijkt. We staan hier namelijk niet voor niets. Daarbinnen wacht hem een stagnatiegesprek. De laatste halte voor het eindstation dat een terugmelding heet. Daarom ben ik er als casusregisseur dit keer ook bij, het is menens.

Hij weet niet wat er vandaag besloten gaat worden en die onzekerheid maakt hem gek. Wat hij wel weet, is dat hij het nogal verkloot heeft. “Hoe gaat het met u?” vraagt hij, terwijl zijn ogen gericht zijn op iets achter mij. “Beter dan met jou denk ik”. Hij lacht als een boer met kiespijn.

Zijn jeugdreclasseerder moet hem eigenlijk terugmelden. Dat is nou eenmaal hoe het werkt als je, zoals hij, letterlijk iedere voorwaarde overtreedt die je hebt. Wie zijn billen brandt moet op de blaren zitten, zeggen ze dan. En hij is intelligent genoeg en heeft ervaring genoeg om te weten wat de consequenties kunnen zijn van de afgelopen weken waarin hij zijn hele ‘juridisch kader’ aan zijn laars lapte.

Maar zo zwart/wit is het niet. Terugmelden betekent namelijk ook het einde van de begeleiding en behandeling die hij zo hard nodig heeft. Het betekent zijn straf uitzitten in de jeugdgevangenis. En dan over een paar maanden terugkomen in dezelfde omgeving, met nog minder vertrouwen in de wereld en in de goede afloop. En de jeugdgevangenis, dáár is het pas heet.

Stap voor stap nemen we de gebeurtenissen van de afgelopen weken door. Het was chaos in zijn leven en de wereld is hem ontglipt. Hij begint keer op keer zo goed, maar zodra iets of iemand zijn hoofd heet maakt, stort het hele zorgvuldig opgebouwde nieuwe bestaan als een kaartenhuis in elkaar. Moedeloos wordt hij er van.

Of we niet ‘osso’ kunnen regelen, zegt hij op een gegeven moment gekscherend. Maar er klinkt wanhoop door zijn stem. “Even serieus”, zegt hij nadat zijn Jeugdreclasseerder en ik hem een tijdje indringend aankijken, “Ik moet weg hier. Ik word gek hier. Het gaat niet.”

We hebben moeten afwachten tot dit moment ging komen. Eerder was hij daar niet aan toe. Kon hij zijn vertrouwde omgeving niet loslaten en had dwingen geen zin, dat hadden we wel gemerkt. Dit was wat hij kende en ook al was het daar niet altijd veilig, het was tenminste bekende onveiligheid. Maar ook hij wordt ouder en gaat de dingen anders zien. Er komt ruimte. Een huis is niet zomaar geregeld en het lost ook niet alles op. Er zal meer moeten veranderen dan dat. Maar de serieuze ondertoon in zijn stem biedt wel perspectief.

Na het gesprek staan we nog even bij zijn fiets. Zijn hoofd is al ergens anders. Gehaast draait hij de sleutel om. “Doei”, roept hij nog, voordat hij de capuchon van zijn hoodie ver over zijn hoofd trekt en de hoek om sjeest. Weg van hier. De straten zijn te heet.

 

Deel dit artikel:

Uitgelichte afbeelding

Het contact met jongeren en de gezinnen om hen heen vind ik het mooiste stukje van mijn vak. Die vijf minuten in een gesprek waarin een norse puber – die mij nauwelijks kent en die niet zit te wachten op mij – toch ineens de deur een stukje open zet en me echt toelaat. Goud.
linkedin

Terug naar boven