Wie denk je dat je bent

Persoonlijk

Ik heb vandaag een kind bij zijn moeder weggehaald. Wie dóet zoiets, vraag ik mezelf op dat soort momenten af. Wie ben ík om te bepalen dat een kind niet bij zijn eigen moeder mag zijn. Bij degene die hem heeft gedragen, gebaard, grootgebracht. Degene die hem iedere nacht welterusten wenst, zijn hele leven lang. Wie de fáck denk ik dat ik ben.

Ik weet heel goed wie ik ben om dat te doen. Ik ben een raadsonderzoeker. Iemand die dat werk zo menselijk mogelijk probeert te doen, maar soms voor onmenselijke beslissingen staat.
Hier, vandaag, in deze kamer, ben ik degene die samen met een aantal anderen heeft besloten dat dit zo niet langer gaat. Vandaag ben ik degene wiens verantwoordelijkheid het is om voor dit kind te gaan staan en te zeggen: tot hier en niet verder. Hoe onmenselijk dat ook voelt.

Want ik zie hoe intens en ingrijpend dat is. Maar ik weet ook hoe vaak deze moeder al het voordeel van de twijfel heeft gehad. Hoe vaak er niet werd opengedaan als hulpverlening, familie en goedbedoelende vrienden voor de deur stonden. Ik zie welke middelen er op de salontafel liggen en ik weet hoe hard deze moeder jarenlang vocht tegen het monster dat verslaving heet. Ik lees wat er in het verslag van de ambulance staat en ik hoor wat de politie vertelt. Ik weet dat dit jongetje vannacht, toen hij in zijn eigen bedje lag, zijn moeder voor haar leven hoorde vechten. Ik weet hoeveel hij gezien en gehoord heeft. Dingen die geen enkel kind ooit zou mogen zien of horen.

Ik heb vandaag een kind bij zijn moeder weggehaald. Echt waar. Het hoort bij mijn werk, maar wennen zal het nooit. En dat moet ook niet.

 

Deel dit artikel:

Uitgelichte afbeelding

Het contact met jongeren en de gezinnen om hen heen vind ik het mooiste stukje van mijn vak. Die vijf minuten in een gesprek waarin een norse puber – die mij nauwelijks kent en die niet zit te wachten op mij – toch ineens de deur een stukje open zet en me echt toelaat. Goud.
linkedin

Terug naar boven