Jezelf “blootgeven”
Geschreven door Privé: Janneke Hendriks
Leestijd: minuten
Hoeveel geef je van jezelf bloot als hulpverlener? Een veel besproken onderwerp en daarnaast ook nog steeds een enorm taboe…
Want: hoe kwetsbaar mag je zijn? Wat is de juiste balans in afstand en nabijheid? Moeten we wel spreken over afstand als je het hebt over het werken met mensen? Wanneer ben je nog professioneel en in wiens ogen dan? En wat zegt dat ook over de persoon die daarover oordeelt?
Ik moet eerlijk bekennen dat ik er wel gevoelig voor ben. Voor wat anderen ervan zullen vinden. Voor een eventuele afwijzing of afkeuring over mijn rol als hulpverlener… Dat zegt iets over mij, over mijn eigen onzekerheid, een gevoeligheid die ik niet altijd laat zien maar die ik met enige regelmaat wel degelijk ervaar.
En toch, toch werk ik alleen maar vanuit mijn hart. Dat maakt dat ik ook mezelf laat zien, mijn mens zijn, betrokkenheid en geraaktheid. Als iemand dat in mij mag ontmoeten, mag ik dat ook vaak ontmoeten en écht zien in de ander. Ik probeer een hulpverlener te zijn die ik zelf ook graag zou willen zien als ik aan de andere kant van de tafel zou zitten. Die plaats ken ik namelijk ook. En daar heb ik in de eerste plaats mooie mensen mogen ontmoeten die toevallig ook hulpverlener waren.
Ik kan niet werken zonder mijn eigen kwetsbaarheid. Naast hulpverlener ben, ook ik, namelijk vooral mens. Een mens met een geschiedenis, vol met mooie schatten, maar zeker ook de nodige schade. Heb ik ervaringen opgedaan in rol als kind, partner, als vriendin en als moeder, die mij hebben gevormd tot wie ik ben.
En die persoon die ik ben neem ik mee als ik mijn rol als hulpverlener vervul. Die laat ik niet thuis, die kan ik niet uitzetten. Door de relationele verbinding die ik met mensen aanga is er juist inzicht, groei en ontwikkeling mogelijk.
Dit vraagt wel wat van mij als hulpverlener. Namelijk dat ik allereerst mezelf goed ken. Dat ik weet wat mijn valkuilen zijn en hoe mijn geschiedenis mij heeft gevormd. Dat ik me kritisch afvraag wat anderen tijdens een hulpverleningsproces bij mij oproepen (overdracht) en hoe ik daar (deels bewust en deels onbewust) weer op reageer (tegenoverdracht).
Het onderzoeken van deze dynamiek doe ik vaak met behulp van poppetjes. Het in beeld vangen wat met gebruik van alleen woorden zou “vervliegen” helpt mij enorm in het krijgen van inzicht in mijn eigen handelen.
Een lastig onderwerp blijft het. Het voelt toch een beetje bloot om te schrijven over je eigen onzekerheid en het feit dat je zelf ook wel eens aan de andere kant van de tafel hebt gezeten bij een hulpverlener. En toch is het belangrijk om het wel te doen. Om te laten zien dat het niets is om je voor te schamen. Om te laten zien dat je een mens bent, van vlees en bloed met alles wat daarbij komt kijken.
Deel dit artikel: