Met je bakkes boven het maaiveld

ActueelPersoonlijk

Verbinden: het is zo’n term geworden waar je enigszins braaksel van in je mond krijgt.

Verbinding, de dooddoener onder de containerbegrippen. Wat is dat nou eigenlijk verbinden? Hoe doe je dat? Waarom roept iedereen maar te pas en te onpas, dat ze verbinding maken belangrijk vinden?

In de medische wereld is verbinden een heel helder begrip. Men verbindt een wond. Doen we dat als hulpverleners dan ook, een wond verbinden? Verbinding maken als hulpverlener impliceert eerder dat er een afstand is die overbrugd moet worden. Is er sprake van een afstand?

Als ik kijk naar mezelf in relatie tot de gezinnen die ik begeleid, dan is mijn eerste veronderstelling dat er geen afstand is, dat ik werk vanuit gelijkwaardigheid. Mensen mogen zijn wie ze zijn, mijn doelstelling is dat ik me zo snel mogelijk overbodig wil maken. Maar er is wel degelijk een afstand. Dat ligt enerzijds buiten mezelf – het jeugdzorgsysteem moet echt anders ingericht gaan worden- maar die afstand ligt ook voor een deel bij mezelf en mijn handelen als professional. Dat is nou net hetgeen waar ik direct invloed op heb.

Want neem ik echt de tijd om mensen te zien en horen? Lukt het me echt om datgene te doen waarvoor ik ooit gepassioneerd het werkveld betreden heb? Ben ik nog wel aan het verbinden als jeugdbeschermer, of plak ik simpelweg pleisters om –bij gebrek aan beter– in elk geval het bloeden te stoppen? Ik kleur graag buiten de lijntjes en denk vooral buiten de gestelde kaders als “mijn” gezinnen dit nodig hebben, maar is dit niet ook pleisters plakken?

Wat maakt dat ik me conformeer aan het feit, dat ik diezelfde kaders en lijntjes langs me neer leg? Waarom schop ik niet wat harder tegen alles aan wat voor mij niet werkt?

Elke stap die je zet moet verantwoord worden. Als hiervan nou het doel was dat we met elkaar rekenschap kunnen geven over goede jeugdzorg, dan kom maar op met al die administratie, regels, kaders enz. Dan hoor je mij echt niet klagen dat ik tegenwoordig meer achter mijn laptop zit, dan dat ik bij gezinnen thuis kom. Maar ik beleef het vooral als het beheersen van gelden, komen tot uniformiteit en daarmee wederom beheersbaarheid.

Ik vrees dat we, door ons hieraan te conformeren, met elkaar de jeugdzorg gebroken hebben. Alle uitzonderingen op de regel te willen minimaliseren. Voor elk probleem moet een oplossing komen die we met elkaar moeten registreren, protocolleren en dit slaat elke vorm van maatwerk en spontaniteit dood. We gaan voor authenticiteit en eigenheid, maar wel binnen de gestelde kaders. Je kop boven het maaiveld uitsteken is niet de bedoeling.

Toch zie ik echt veel meer, als ik daar zo heerlijk recalcitrant met mijn bakkes boven het gras uitsteek.

Ik zeg beste jeugdzorgwerker: doe je kraag omhoog, steek kop in de wind en fuck de normering hoe het hoort. Wordt gezien, gehoord, zet mensen aan het denken en pak je leiderschap in samenspraak met de gezinnen die je nodig hebben!

Als ik dan terug kom bij verbinding, dan neem ik me bij deze voor vooral weer de verbinding te maken met mijn onbevangen zelf als hulpverlener. Gewoon weer doen waar ik energie van krijg, waar ik blij van word en waar ik echt van betekenis kan zijn. Verbinding is ineens een mooier woord geworden.

Deel dit artikel:

Uitgelichte afbeelding

Ik maak het verschil. Dat doe ik door mezelf te blijven en de aansluiting te zoeken bij de ander. Ik ben niet die professional volgens het boekje; uiteraard werk ik volgens vastgestelde richtlijnen, kaders en methodieken, maar daar gooi ik wel mijn eigen sausje overheen. Een sausje van humor, empathie, lef, creativiteit, oprechtheid en openheid.

web linkedin

Terug naar boven