Aandacht

Psychologie

Een paar maanden geleden heb ik Jaimy voor het eerst ontmoet.
Toen spraken we elkaar in alle hectiek op het politiebureau, omdat hij was opgepakt voor een strafbaar feit. Nu zijn zitting binnenkort is, zien we elkaar opnieuw. Door het NIFP is er een rapport opgemaakt over Jaimy, en ook van ons wil de rechtbank een advies. Vandaag komt hij met zijn pleegouders naar mijn kantoor om te praten.

Met Jaimy neem ik het verslag van het NIFP door. De psycholoog heeft het al eerder met hem besproken, maar het komt niet altijd helemaal binnen. Jaimy is snel afgeleid en dit soort gesprekken in klinische witte kamertjes zijn niet zijn meest favoriete bezigheid.

Hij is wel heel benieuwd wat er nou eigenlijk allemaal over hem geschreven is. “Denken ze dat ik gek ben?” Hij kijkt me argwanend aan en schuift wat op zijn stoel. Bij de balie wachten zijn pleegouders gespannen hoe het gaat.

Zo kort en krachtig mogelijk neem ik het rapport met hem door. Hij luistert aandachtig, knikt af en toe, en moet lachen om de uitspraken die hij zelf bij de psycholoog heeft gedaan.

“En dan komen ze uiteindelijk op iets, en officieel noemen ze dat zo, kijk maar hier, een aandachtstekortstoornis met hy-” midden in mijn zin springt Jaimy op. “Nee mevrouw, kijk, dit gaat helemaal mis! Aandacht te kort? Te kort?? Ik krijg juist teveel aandacht! Gek word ik er van! Dat is nou net het probleem!”

Deel dit artikel:

Uitgelichte afbeelding

Het contact met jongeren en de gezinnen om hen heen vind ik het mooiste stukje van mijn vak. Die vijf minuten in een gesprek waarin een norse puber – die mij nauwelijks kent en die niet zit te wachten op mij – toch ineens de deur een stukje open zet en me echt toelaat. Goud.
linkedin

Terug naar boven