Het leed dat het Woonplaats-beginsel heet

Persoonlijk

Ik wil jullie voorstellen aan ‘onze Puk’. Een heerlijk ventje, hij woont in ons gezinshuis.

Puk woont hier perspectiefbiedend, dat wil zeggen; hij blijft hier wonen. Het perspectief ligt daarmee bij ons als zijn gezinshuisouders. Er is geen enkel contact meer (mogelijk) met zijn ouders. Zij hebben geen gezag meer.

Het is geen geheim dat wij in het zuiden van het land gevestigd zijn. Puk komt uit het noorden van ons land. Ver weg van waar ooit zijn wieg heeft gestaan groeit hij nu op.
Puk woont al bijna drie jaar bij ons. Hij is op zijn tweede jaar uit huis geplaatst.
Die gemeente, waar hij is geboren, zal de rest van zijn (jeugdzorg) leven verantwoordelijk blijven, financieel.

Ik vind dat erg.

Misschien zul je denken, waarom vind je dit erg? Want onze beschikking voor de woonzorg die wij bieden, die wordt vooralsnog gewoon betaald. Dat is hem nou juist; mijn kritische noot zit hem echt niet in de financiering. Ook al word dat natuurlijk ook een interessant punt wanneer de gemeente van Puk ons misschien gaat ‘dwingen’ in onderaannemerschap bij een organisatie uit hun regio. Of wellicht omdat zij hele andere tarieven hanteren. Het gaat me in dit stuk om de inhoud, over de visie op jeugdzorg en wat het perspectief is van het kind.

Een belangrijk punt in de jeugdzorg, dat we allemaal hanteren en waar de gemeenten als het goed is hun beleid omheen schrijven is; Zo thuis mogelijk opgroeien.

Hoe verdrietig ook; Puk zijn thuis is een gezinshuis. Puk zou dit niet als triest beschrijven, ik inmiddels ook niet meer. Want in sommige gevallen is het toch op dat moment het beste. Voor Puk is er geen ‘op dat moment’. Puk zijn plaatsing is niet tijdelijk. Puk noemt mij ‘mama’.
Hij heeft geen dagelijkse actieve herinneringen aan samenwonen met zijn ouders, hij heeft trauma herinneringen en herbelevingen. Puk mist zijn buik mama niet, Puk is bang als we het over haar hebben.

Puk loopt hier dus al drie jaar rond, in ons dorp. Hij wordt begroet op straat door zijn vriendjes, waar hij ook mee afspreekt. Hij zit op de dorps basisschool en wij zijn hier actief bij betrokken. Puk gaat naar de fysio therapeut in het dorp, rijd met zijn fiets langs de fietsenmaker op het Dorpsplein en wandelt in het bos. Puk hoort hier, in dit dorp, in deze regio. Hier is er betrokkenheid.

Die betrokkenheid die verwacht ik niet van zijn gemeente. Hier is hij inmiddels al bijna drie jaar weg. Zij betalen voor de woonzorg, maar als Puk naar de kinderpsychiater gaat over een aantal maanden betalen wij dat. Waarom? Onze kinderpsychiater kan geen contracten afsluiten met alle Nederlandse gemeenten en maakt dus keuzes. Hij heeft een contract met onze gemeente. Daarnaast heeft hij genoeg werk, dus geen enkele reden om hier moeite in te steken. En hoe lossen wij dit op? Wij gaan aangeven bij de betalende gemeente dat we de psychiater uit eigen zak moeten betalen, dus of de beschikking alsjeblieft omhoog kan zodat dit bekostigd word. Vind ik dit kloppen? Nee, niet helemaal. Vind ik het kloppen dat onze kinderpsychiater een contract met een gemeente uit het noorden van het land moet hebben, nee ook niet.

Puk is over een paar jaar vergeten door de betalende gemeente. Die investeren niet, denken niet mee. Zijn niet bereikbaar voor overleg. Zij betalen wat we nu af hebben gesproken. Dit terwijl onze eigen gemeente, de gemeente waar Puk opgroeit zich daadwerkelijk verantwoordelijk mag voelen. Puk word namelijk volwassen hier. Hij zal met de juiste hulpverlening nog enorme stappen gaan zetten, daar geloof ik in. Maar Puk zal altijd hulpverlening nodig blijven hebben, die dan weer van de plaatselijke WMO komt.

Zowel financieel als op visie geen kloppend verhaal. Want tot Puk 18 jaar is, sprokkelen we bij elkaar wat hij nodig heeft. De kinderpsychiater betalen we zelf, de ambulante hulp betaald onze gemeente, de woonzorg word als het goed is door de oorspronkelijke gemeente betaald. En iedere keer zullen we terug moeten naar die ene gemeente, die niets meer met Puk te maken heeft.

Toen ik dit onderwerp besprak met mijn mede collega’s van dit platform, kreeg ik als reactie dat mijn kritische blik en die van andere gezinshuisouders hen verbaasde; het woonplaatsbeginsel zorgt voor duidelijkheid. Dat begrijp ik helemaal! Het zorgt voor duidelijkheid over waar de financiële stroom vandaan moet komen, dit is super waardevol als je gezinsvoogd bent, bijvoorbeeld. Vanuit dat perspectief had ik het natuurlijk ook nog niet bekeken.

Het maakte me nieuwsgierig; zie ik iets over het hoofd? Kan het zijn dat dit wellicht toch positiever te benaderen is? Ik heb gegoogeld; ‘positieve aspecten woonplaatsbeginsel jeugd’ heb ik ingetypt in de zoekbalk.

Ik kwam artikelen tegen, al dan niet betrouwbaar. Ook een opsomming op de website van het Nederlands Jeugdinstituut, een fijne bron voor gegevens.

Hét voordeel dat hier benoemd werd was; Gemeenten worden gestimuleerd in te zetten op preventie. De vertaling is dan natuurlijk; als er eenmaal jeugdhulp is, blijft deze gemeente verantwoordelijk. Dit geeft een positieve financiële prikkel om extra in te zetten op het voorkomen van deze langdurige kosten en dus meer in te zetten op preventie. In de lijn van de hulpverlening, mijn blik op de hulpverleningskosten (ook vanuit eerder werk als WMO-klantmanager) doet me dit begrijpen.

Ik blijf toch echter wel maar één groot voordeel zien; financiële duidelijkheid.

Of het duidelijk is voor Puk zouden we ons toch opnieuw mogen afvragen.

Deel dit artikel:

Uitgelichte afbeelding

Gezinshuisouder ben je 24/7. Er is geen pauze knop en daar verlang ik ook (bijna) niet naar. Mijn man en ik voeden zes kinderen op die niet meer thuis kunnen wonen. De redenen hiervoor zijn erg verschillend. Wat alle kinderen delen is een wens voor een fijne toekomst, ookal zien zij deze niet altijd voor zich. Een wens om gewoon mee te doen en te zijn. Om gezien te worden. Dat doen wij dan ook graag. We wonen en werken in ons gezinshuis en voeren een gezinsleven zoals ieder ander, met wat extra obstakels. We voeden op met een rugzak aan methodieken, maar eten ook gewoon samen macaroni en kletsen over school. Ik wil jullie graag meenemen in deze bijzondere wereld, waar jeugdzorg gezinshuiszorg word en ouderschap. Waar alles elkaar raakt voor een betere toekomst, waar kinderen ‘zo gezinsmogelijk’ opgroeien.
web linkedin

Terug naar boven