Recht doen
Geschreven door Eveline Verburg
Leestijd: minuten

Jij roept de hele tijd ‘boeit me niet’, met een misprijzend lachje om je mond. In je ogen lees ik iets anders. Misschien dat het daarom zo klikt. Grote bek, klein hartje, zo heb ik ze het liefst.
Over je jeugd wist ik in eerste instantie weinig, maar als ik in jouw dossier duik, vallen veel puzzelstukjes op zijn plek. Veiligheid kende je niet, voorspelbaarheid evenmin. Dat wordt nu aan alle kanten goedgemaakt door je familie, maar dat overweldigt je soms. Verstikt je zelfs. En voor de barstjes in je hart is dat te laat. Die waren al gemaakt en laten zich niet zo makkelijk lijmen.
Een dikke muur bouwen is jouw manier om dat kleine hartje te beschermen tegen alle ellende die de wereld nog meer te bieden heeft. Therapie voor ‘dat van vroeger’ heb je nooit gehad en ook heus niet nodig, zeg je. Ik zie wat anders, maar houd wijselijk m’n mond. Je mag je eigen stappen zetten op je eigen tempo. Je hart beschermen in deze roerige tijden, waarin dat nog even nodig is.
Met humor, een kilootje grootspraak en een dikke laag sarcasme reageer jij op de wereld. Je doet wat je zelf wil, gaat later miljoenen verdienen en de jeugdgevangenis viel achteraf best mee.
Ik doe er een schepje bovenop, waardoor je mij ‘goed kan hebben’. Sarcasme is een taal die ik prima beheers. Op al je grootspraak antwoord ik lachend dat je ‘poep praat’, niet zo stoer moet doen en dat je soms doodvermoeiend bent.
Je lacht, doet dan vaak nog één poging (ja maar eerlijk), en geeft me dan een tipje van de sluier over hoe het echt zit. Natuurlijk laat je me niet binnen, niet écht. Je kijkt wel uit. Maar tussen de regels door vind ik de ruimte om je steeds iets beter te leren kennen.
Volgende week is je zitting. Ik schrijf het adviesrapport daarvoor. Als ik opschrijf wat jij in woorden hebt gezegd, ziet de rechtbank een harde jongen die het niets boeit en die niets heeft geleerd. Het oordeel kan ik dan wel invullen.
Maar enkel jouw woorden opschrijven doet geen recht aan jou en jouw verborgen intenties. Dus worstel ik met mijn toetsenbord en de dilemma’s in mijn hoofd.
Ik kies ervoor om ook op te schrijven wat ik in jouw ogen heb gezien. Wat ik tussen de regels door heb gehoord in woorden die niet uitgesproken zijn, omdat die blijven steken achter dat muurtje om je hart.
Ik vrees dat jij dat lastig gaat vinden. Straks denkt de rechter dat jij gevoelig bent. Zwak. En misschien voel je je verraden door mij, omdat ik de onuitgesproken woorden op papier heb gezet, zichtbaar voor iedereen.
Dat vind ik moeilijk, want ik wil niet dat jouw muurtje door mij nog hoger wordt. Maar ik wil ook dat de rechtbank de jongen ziet die ik zie. Die een fout heeft gemaakt, maar hard werkt om dat te herstellen en daar veel voor opgeeft. De jongen met die scherpe humor, sterke wilskracht en de beste intenties. Die jongen met die grote bek en dat kleine hartje.
Dus doen mijn vingers wat mijn hoofd en hart hebben besloten. Ze typen de woorden die gehoord moeten worden, om recht te doen aan jou.
Deel dit artikel:
