Het etiket
Geschreven door Privé: Natalie van Deursen
Leestijd: minuten
Veel woonplekken heb je gezien binnen de jeugdzorg.
Gestart in een pleeggezin, maar daar kon je niet blijven omdat je continue de onvoorwaardelijke acceptatie van pleegouders op de proef stelde. Wanneer je een deel van het huis in de fik steekt om gezien te worden, dan is afwijzing onvermijdelijk het resultaat. Ik kwam je ophalen, daar stond je dan met 1 klein koffertje met kleren, je schooltas en een knuffel onder je arm. Natte wangen van het huilen, zoals ik ook zag bij je pleegouders dat het hen pijn deed dat je niet bij hen kon blijven.
Eenmaal in de auto kun je snel schakelen, als je al jong geleerd hebt te overleven, dan weet je dat wanneer er ergens een deur dicht gaat er ook weer een deur volgt die open gaat. Je gaat een tijdje op een behandelgroep wonen, voor jou een nieuwe setting. Begeleiding is lief voor je, je voelt je zeker op momenten gezien en gehoord, maar je bent ook een “jeugdzorgkind”. Dat is ook zichtbaar, je draagt het elke dag met je mee, doordat er labels in je kleding zitten met je naam erop. Die zijn bedoeld om ervoor te zorgen dat begeleiding weet welke kleren van jou zijn, maar het maakt je anders dan anderen. Normale kinderen hebben niet hun naam in al hun kleding staan, misschien hooguit in de jas die ze dragen naar school of op hun schooltas, maar zeker niet in hun onderbroek.
Na 2 jaar wonen op de behandelgroep ga je naar een nieuw pleeggezin, je gaat het risico aan om opnieuw te geven, maar ook hier lukt het niet. Wanneer mensen te dichtbij komen, duw jij ze weg en daar ga je echt heel ver in. Weer kom ik je ophalen, dit keer heb je meer spullen dan eerst en door de jaren heen is dit ook je houvast geworden. Wat er ook gebeurt, niemand kan jouw spullen afpakken, het is je veiligheid, hetgeen waar je altijd op terug kan vallen en het is vooral van jou.
Terug naar het wonen op een groep, je staat samen met me in de kamer die van jou zal worden en begeleiding vertelt je dat ze je kleren nog even nodig hebben voor je deze in de kast kan leggen. Jij weet al hoe laat het is: labels in je kleding. Je kijkt me aan en ik voel je teleurstelling en wanhoop tot in mijn tenen, wat had ik je graag een ander perspectief willen bieden, hoe hard heb ik voor je gewenst dat het deze keer wel zou lukken, maar het mocht niet zo zijn. Terug naar start, beginnen bij het begin en kijken of we weer kunnen bouwen. Je vele woonplekken binnen de jeugdzorg is een cirkel die we samen nog niet hebben weten te doorbreken.
Ik zeg tegen de begeleiding dat je je kleding meteen in de kast zal leggen, dat heb ik niet met je overlegd maar op dit moment is het iets waardoor ik het makkelijker voor je kan maken. “Simon wil als 16-jarige graag toewerken naar zelfstandigheid, een van zijn leerdoelen gaat zijn dat hij zijn eigen kleding gaat wassen, dus labels zijn niet nodig”. Je kijkt me betekenisvol aan, je ogen worden waterig en ik zie weer dat kleine ventje op de stoep staan, 1 klein koffertje met kleren, je schooltas en een knuffel onder je arm. Ik zwijg en laat je verder rustig uitpakken, terwijl je door het plaatsen van je spullen de kamer van jou maakt.
Ook met iets kleins, kun je als jeugdzorgwerker een groot verschil maken.
Deel dit artikel:
Ik maak het verschil. Dat doe ik door mezelf te blijven en de aansluiting te zoeken bij de ander. Ik ben niet die professional volgens het boekje; uiteraard werk ik volgens vastgestelde richtlijnen, kaders en methodieken, maar daar gooi ik wel mijn eigen sausje overheen. Een sausje van humor, empathie, lef, creativiteit, oprechtheid en openheid.